Selecteer een pagina

Analyse Geschilleninstantie Alternatieve Therapeuten
Analyse van de GAT betreffende dit dossier:
– Tussen een opleider en een student kunnen communicatieproblemen ontstaan die aandacht nodig hebben.
– De manier waarop een oplossing wordt gezocht kan een klacht of ontevredenheid voorkomen.

Algemeen
Betreffende: ‘Klager’ – ‘Beklaagde’
Dossiernummer: GD0025-2024
Datum klacht ontvangen: 15 februari 2024
Datum afgedaan: 17 april 2024

Betrokkenen:
(1) ‘Klager’
(2) ‘Beklaagde’
(3) GAT-klachtenfunctionaris

Klacht
De klacht van ‘klager’ is als volgt samen te vatten:
“Getracht een korte versie van dit schrijven aan u proberen te presenteren. Echter doordat de situatie en de oneerlijkheid van de opleider mij zo diep emotioneel geraakt heeft zou het geen recht doen aan mijn verhaal. (Besloten is dit in een aparte file te maken voor klachtenfunctionaris en mogelijk later commissie. In het kort voelt ‘klager’ zich geschoffeerd in de communicatie hetgeen wordt aangetoond in een uitgebreid betoog samen met enkele e-mailberichten.)”

Verder aangegeven door klager
‘Klager’ heeft nog verdere informatie verstrekt:

Is de ‘beklaagde’ een therapeut, docent of opleider?
”De ‘beklaagde’ is een docent.”

Bij welke organisatie is de ‘beklaagde’ aangesloten?
”Collectief Alternatieve Therapeuten (CAT)”

Welk traject kiest de ‘klager’ momenteel? Via klachtenfunctionaris of direct naar commissie:
”Ik wil graag proberen tot een oplossing te komen met behulp van de GAT-klachtenfunctionaris.”

Indien van toepassing; de schade die de klager geleden heeft:
”Zoals in de bijgevoegde correspondentie wordt weergegeven.”

Een mogelijk oplossing voor het geschil zoals aangedragen door de ‘klager’:
”Zoals blijkt uit de correspondentie die ik heb meegestuurd, is mijn voorstel om het volledige lesgeld dat ik heb betaald terug te ontvangen, met een vermindering van 75 euro als compensatie voor het niet-restudeerbare lesmateriaal.”

Zijn er stukken die de ‘klager’ wil aanleveren?
”Ja, ik wil ook stukken meesturen.”

Betoog ‘klager’
‘Klager’ heeft nog verdere informatie verstrekt:

“Ik leg hierbij dan ook mijn dispuut voor betreffende de opleider (‘beklaagde’) van de opleiding waar ik op 7 oktober 2023 ben gestart, bij u neer. Op 23 januari jl. ontving ik een brief waarin duidelijk werd dat mijn deelname aan de groepsopleiding niet langer gewenst was, zonder enige verklaring. Dit bericht heeft mij verbijsterd achtergelaten. Op dit moment ervaar ik een groot gebrek aan vertrouwen in ‘beklaagdes’ intenties, communicatievaardigheden en ik betwijfel sterk de competentie van de opleider. Door diens handelen vanaf de brief van 23 jl. heb ik geen enkel vertrouwen meer in een rechtvaardige en eerlijke afhandeling van onze zaak door de opleider zelf.
Mijn dispuut omvat verschillende aspecten die ik hieronder zal toelichten:

Punt 1
Tijdens blok 2 van de opleiding, dat plaatsvond op 4 en 5 november, heb ik enkele opmerkelijke constateringen gedaan. Ik werd herhaaldelijk geconfronteerd met openlijke negatieve reacties op mijn vragen met betrekking tot de lesstof. Op een bepaald moment suggereerde de opleider dat ik mijn vragen beter via WhatsApp kon stellen en ging zelfs zo ver om aan de groep te vragen of ‘beklaagde’ mijn vragen als storend ervoeren. Mijn vragen betroffen zowel aspecten van het systemisch werken als de interpretatie en vertaling binnen deze context. Ondanks mijn ruime ervaring met opleidingen van hoog niveau, heb ik nog nooit eerder meegemaakt dat mijn vragen of opmerkingen niet werden verwelkomd in een educatieve setting. Toen ik de opleider hiermee confronteerde, reageerde ‘beklaagde’ defensief. Tijdens blok 2 van de opleiding had ik veel vragen (…) De opleider gaf aan dat dit niet van groot belang was, wat mij verbaasde gezien onze uitgebreide intakegesprek voorafgaand aan de opleiding. We hebben het toen gehad over het belang dat ik hechtte aan het begrijpen hiervan voor een veilige omgang met (…), zowel voor de (…), als voor mijzelf en mijn cliënten. De opleider had destijds aangegeven dat dit onderwerp tijdens de opleiding uitvoerig behandeld zou worden en dat ik zelfs een extra blok over (…) kon bij boeken. Wat ik ook heb gedaan. Echter, de afspraak voor het blok (…) werd geannuleerd door de opleider wegens ziekte, zonder verdere opvolging van ‘beklaagdes’ kant. Ik ging er vanuit dat dit onderwerp dan wel tijdens de opleiding aan bod zou komen, zoals ‘beklaagde’ eerder had aangegeven in ons voorgesprek.

Toen ik tijdens blok 2 meer vragen begon te stellen over (…) en hoe deze zich manifesteren in een (…), kreeg ik slechts vage antwoorden en werd mij verteld dat dit niet eenduidig over te brengen was. Hoewel ik begrijp dat volledige kennis hierover voortdurende studie vereist, had ik wel verwacht een solide basis over dit onderwerp te verkrijgen tijdens de opleiding, met name omdat de opleider mij dit had toegezegd voorafgaand aan mijn inschrijving van de opleiding. Als gevolg van ‘beklaagdes’ vermijdende reacties op mijn vragen, ontstond er bij mij enige irritatie. Ik heb ‘beklaagde’ duidelijk gemaakt dat ik specifiek voor ‘beklaagdes’ opleiding (…) had gekozen. Anders had ik een opleiding kunnen selecteren die uitsluitend gericht was op (…). In dat geval zou mijn keuze niet op ‘beklaagdes’ opleiding zijn gevallen. De opleider reageerde hierop zeer ontstemd door te suggereren dat ik dan maar moest overwegen om de opleiding te staken. Ik vond deze reactie nogal ongebruikelijk en dit resulteerde in enige spanning tussen ons. Ik kreeg de indruk dat ik net zo goed een opleiding (…) had kunnen volgen vanwege het gebrek aan toegevoegde waarde uitleg van de opleiding. Aan het einde van de dag hebben de opleider en ik het onderwerp nogmaals besproken. De gemoederen waren enigszins bedaard en de volgende dag bood de opleider aan om het eerder voorgestelde onderdeel over (…) alsnog te volgen.
Later in het gesprek op 13 november (zie punt 3) heb ik ‘beklaagdes’ opmerking dat ik misschien de opleiding moest staken nog aangekaart omdat dit mij toch dwars zat. Waarna ‘beklaagde’ mij aangaf dat dit niet zo bedoeld was maar door miscommunicatie en spanning dit er bij ‘beklaagde’ uitschoot. Ik aanvaarde ‘beklaagdes’ soort van excuus.

Punt 2
Tijdens een systemische oefening, geleid door de opleider, onderging ik een diepgaande emotionele ervaring in mijn eigen familiesysteem. Bij de afronding van de oefening bevond ik mij in een zeer verdrietige toestand. En had moeite om deze verdrietige staat te verlaten. Het intrigeerde me toen de opleider bevestigend antwoorde op mijn vraag of ‘beklaagde’ een cliënt in zo’n staat naar huis zou laten gaan. Dit was de enige keer tijdens de opleiding dat ik moeite had mijn emoties onder controle te krijgen. Ik vermoed dat de opleider in ‘beklaagdes’ verklaring naar deze specifieke situatie verwijst wanneer ‘beklaagde’ spreekt over mijn vermeende ‘stampvoeten’. Ik betwist deze beschuldiging echter sterk. Maar zelfs als dat het geval was, had ik verwacht dat de opleider empathie zou tonen en mij zou ondersteunen om weer tot rust te komen, gezien de diepgaande emotionele impact van (…). En we zoals de opleider regelmatig bevestigde “we zijn pas bij blok 2, heb geduld met jezelf”. Het viel me op dat er echter geen enkele begeleiding van ‘beklaagdes’ kant was om me te helpen weer tot mezelf te komen. Dit maakt het des te teleurstellender dat ‘beklaagde’ me nu deze verwijten maakt.

Punt 3
Op 13 november nam de opleider contact met mij op om onze wederzijdse verwachtingen te bespreken, waarbij de ontmoeting plaatsvond op 16 november. Tijdens dit gesprek benadrukte de opleider de intensiteit van de oefeningen en de waarneembare effecten die zowel bij mijzelf als bij mijn medecursisten werden ervaren. ‘Beklaagde’ stelde ons voor om meer tijd in te lassen tussen de oefensessies om weer bij onszelf terug te komen. En een kwartier alleen te nemen tijdens de lunchpauze, indien nodig. Naar mijn oordeel was dit een constructief gesprek. Na dit gesprek verwachtte ik een verbeterde beleving in blok 3. Echter, merkte ik wederom dat mijn vragen met betrekking tot de lesstof regelmatig onbeantwoord bleven of slechts vaag werden behandeld. De opmerking van de opleider tijdens blok 2 over de relevantie van mijn vragen had een negatieve invloed op mij, wat resulteerde in terughoudendheid om verdere vragen te stellen uit angst voor kritiek. Dit bracht mij tot twijfel omtrent de veiligheid van de leeromgeving. Daarnaast heb ik moeten vaststellen dat het lesmateriaal vaak van dermate slechte kwaliteit was dat het niet adequaat terug te raadplegen viel.

Punt 4
Enkele dagen voorafgaand aan de brief van 23 januari jl. van de opleider, op 19 januari, hadden de opleider en ik telefonisch contact. Tijdens dit gesprek wenste ik met ‘beklaagde’ te overleggen over ‘beklaagdes’ correctiewijze tijdens de oefendag op 14 januari. Deze dag was specifiek ingericht voor het oefenen van (…) met de door ons meegebrachte deelnemers. De wijze waarop de opleider mij tijdens mijn oefensessie die dag publiekelijk terechtwees op een manier die door mij als schofferend en beschamend werd ervaren, raakte mij zeer diep. Deze ervaring werd niet alleen door mij zo beleefd; ook de deelnemers die ik voor de oefendag had meegebracht, hebben onafhankelijk van elkaar dit met mij gedeeld, zonder dat ik hier direct om had gevraagd. Als gevolg van de manier waarop ik tijdens de oefensessie op ontmoedigende wijze werd gecorrigeerd, en er geen verduidelijking werd geboden over hoe ik het anders had kunnen aanpakken, bleef ik in verwarring achter. Daarom stemde ik ermee in dat de opleider mijn oefensessie overnam toen ‘beklaagde’ hierom vroeg. Ik verwachtte dat ‘beklaagde’ mij zou begeleiden bij het identificeren van mijn foutenen mij zou helpen deze te verbeteren. Helaas is dit niet gebeurd. De opleider heeft geen enkele moeite gedaan om mij bij het proces te betrekken, maar heeft zich volledig gericht op het geven van een persoonlijke sessie aan de deelnemer, waarbij ik op afstand bleef om de sessie niet te verstoren. Dit kwam achteraf gezien als zeer merkwaardig op mij over, gezien ik mag verwachten dat een degelijke opleiding de begeleiding van de cursist als prioriteit beschouwt. In de hoop en verwachting dat ik na de sessie, of mogelijk tegen het einde van de dag, feedback zou krijgen, bleef ik verbaasd en diep geraakt achter. Echter, tot mijn verbazing ontving ik geen enkele vorm van feedback. Tijdens de evaluatie aan het einde van de dag werd ik volledig genegeerd door de opleider, wat me eveneens diep raakte. Ik besloot dit alles te laten bezinken en op een later tijdstip met de opleider te bespreken. Tijdens het telefoongesprek op 19 januari erkende de opleider dat diens aanpak tijdens mijn oefensessie mogelijk niet geheel passend was op een specifiek aspect, wat mijn spanning bij het begeleiden van de sessie voor een nieuwe groep mensen heeft vergroot. Desondanks beschouwde ‘beklaagde’ diens corrigerende benadering als normaal, wat bij mij twijfels deed rijzen over ‘beklaagdes’ capaciteiten als opleider en trainer.

Punt 5
Tevens heb ik tijdens dit telefoongesprek op 19 januari gevraagd of het mogelijk was om meer sessies zelf tijdens de lesdagen te oefenen, onder ‘beklaagdes’ begeleiding. Ik heb aangegeven dat ik het gemis hiervan had opgemerkt tijdens andere lesdagen, aangezien er vanaf blok 3 over het algemeen meer demonstraties werden gegeven door de opleider, in plaats van dat wij zelf de gelegenheid kregen om een sessie te begeleiden. (Met uitzondering van één sessie van een uur die we mochten oefenen op 3 december, waarna we voor de rest van de dag alleen maar op afstand konden kijken naar de sessie van de ander, zonder te horen wat er gezegd werd.) Hoewel ik begreep dat voorbeelden nuttig zijn, heb ik tijdens het genoemde gesprek op 19 januari aangegeven dat praktische toepassing de voornaamste manier van leren is. Daarom heb ik verzocht om meer praktijkgerichte oefeningen met directe feedback. ‘Beklaagdes’ reactie op mijn verzoek verraste mij. ‘Beklaagde’ gaf tegenstrijdige antwoorden: aanvankelijk beweerde ‘beklaagde’ dat er al voldoende oefeningen plaatsvonden, maar later trok ‘beklaagde’ dit terug door aan te geven dat de groep meer behoefte had aan demonstraties. Vervolgens stelde ‘beklaagde’ weer dat ik hier dan zelf om moest verzoeken, waarin ik ‘beklaagdes’ standpunt erkende. Mogelijk had ik tijdens eerdere lesdagen duidelijker moeten aangeven dat ik zelf een (…) wilde begeleiden om te oefenen. Ik heb ‘beklaagde’ medegedeeld dat ik dit in de volgende blokken duidelijker bij ‘beklaagde’ zou aangeven. Vanaf dat moment nam het gesprek een bijzonder onverwachte wending. Nadat ik had aangegeven dat ik in de volgende blokken zou vragen om een opstelling in de groep te mogen begeleiden, stelde ‘beklagde’ voor om mij individueel te begeleiden, omdat ‘beklaagde’ van mening was dat dit beter voor mij zou zijn. Ik begreep dit plotselinge voorstel niet. De opleider slaagde er niet in om mij uit te leggen waarom ‘beklaagde’ dacht dat dit beter voor mij zou zijn. Zelf had en heb ik hier een heel andere mening over. Ik was verward door dit voorstel en wilde eerst alles laten bezinken voordat ik erop inging. We spraken af om hier later die week verder over te praten. Echter, tot mijn grote verbazing ontving ik op 23 januari plotseling de brief waaruit bleek dat deelname aan de opleiding binnen de groep niet langer gewenst was. En mij een alternatief van een één op één begeleiding werd aangeboden met als consequentie van het niet aannemen van deze beslissing, de ontbinding zou plaatsvinden (…).

Tot slot
Tot twee maal aan toe heb ik moeten vragen om een verklaring van ‘beklaagdes’ motivatie om mij de brief van 23 januari te sturen. (zie mijn bijgesloten reacties). Pas op 2 februari ontving ik een verklaring van ‘beklaagdes’ contractbreuk. Ook deze brief liet mij weer verbijsteren. Een brief waarin feiten worden verdraaid, een zeer vertekend beeld van de waarheid wordt geschetst en beweringen worden gedaan die absoluut niet overeenkomen met de werkelijkheid. Kort gezegd is dit een rationalisatie van de vreemde, ongemotiveerde en zeer onprofessionele beslissing. Wellicht kunt u zich voorstellen dat mijn vertrouwen in de opleider niet meer aanwezig is daar ‘beklaagde’ aangeeft dat er in blok 2 al gesproken is over het beëindigen van de opleiding. Terwijl dit een totale verdraaiing is van de waarheid. ‘Beklaagde’ geeft nu een reden op die nooit met mij gedeeld is. Ik hoop op rechtvaardigheid, aangezien ik geen enkele schuld zie bij mij als cursist voor het handelen van de opleider. Ik ben met veel enthousiasme aan deze opleiding begonnen vanwege mijn zeer grote interesse in (…). Mijn voornaamste doel bij het volgen van deze opleiding, en elke andere opleiding, is om zoveel mogelijk te leren. Het spijt me ten zeerste dat ik me heb laten verleiden door de informatie die tijdens het intakegesprek met de opleider op 27 april 2023 is verstrekt. Ik heb nu het gevoel dat ik onder valse voorwendselen ben binnengehaald. Daarom vraag ik om een volledige terugbetaling van mijn lesgeld, met uitzondering het niet-retourneerbare lesmateriaal (vanwege gemaakte aantekeningen), dat voornamelijk bestaat uit printscreens van ‘beklaagdes’ presentaties, met een geschatte waarde van maximaal €75,-. Op deze manier hoop ik snel een kwalitatieve opleiding te kunnen volgen op het gebied van (…). Tenslotte wil ik opmerken dat de informatie op de website van de opleider over de klachtenprocedure onjuist is. Hierin wordt vermeld dat het klachtengeld 125 euro bedraagt in plaats van de gevraagde 25 euro. Na alle verdraaiingen van de waarheid vraag ik mij af of dit opzettelijk is gedaan om mensen af te schrikken.
In afwachting op uw reactie verblijf ik,
Met vriendelijke groet,
‘Klager.”’

Behandeling GAT-klachtenfunctionaris
De GAT-klachtenfunctionaris heeft de zaak op de volgende wijze vereenvoudigd afgedaan:

“Klager’ voelt zich in de communicatie geschoffeerd door ‘beklaagde’. De klacht is opgelost. Middels het opstellen van een vaststellingsovereenkomst, die door beide partijen ondertekend is, zijn de gemaakte afspraken vastgelegd en is er overeenstemming bereikt over terugbetaling en voorwaarden.”

Aldus bemiddeld op: 17 april 2024

Door:

De heer Ron Pieper (GAT-klachtenfunctionaris)

Vaardigheden

Gepubliceerd op

maart 7, 2025