Analyse Geschilleninstantie Alternatieve Therapeuten
Analyse van de GAT betreffende dit dossier:
– Een (gedeeltelijke) teruggaaf van het door de cliënt betaalde bedrag voor de behandeling kan in geval van ontevredenheid zorgen voor een oplossing waardoor een klacht in der minne kan worden geschikt.
Algemeen
Betreffende: ‘Klager’ – ‘Beklaagde’
Dossiernummer: GD0029-2024
Datum uitspraak: 2 december 2024
Het verloop van de procedure en de zitting
Namens ‘klager’ is een klacht ingediend. De therapeut heeft daarop schriftelijk gereageerd. Vervolgens hebben partijen nogmaals op elkaars schriftelijke standpunten gereageerd. In de reactie van ‘beklaagde’ is een schikkingsaanbod gedaan. Daarop is de klachtenfunctionaris ingeschakeld om samen met partijen te onderzoeken of zij tot een oplossing in onderling overleg zouden kunnen komen. Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.
Klacht
De klacht is als volgt samen te vatten:
‘Klager’ heeft de praktijk van ‘beklaagde’ benaderd voor het laten testen van ‘klagers’ bloedwaarden alsmede het opstellen van een behandelplan. ‘Klager’ geeft aan dat de communicatie erg moeizaam verliep. Daarnaast stelt ‘klager’ dat de therapeut erg onbeschoft is geweest in ‘beklaagdes’ communicatie. Althans zo heeft ‘klager’ dat ervaren. Zelf geeft ‘klager’ aan steeds netjes te hebben gecommuniceerd. De ‘beklaagde’ weigert volgens ‘klager’ iedere vorm van overleg en heeft ‘klager’ van ‘klagers’ platform verwijderd, ondanks dat ‘klager’ heeft betaald. Tevens heeft ‘beklaagde’ ‘klager’ van Facebook verwijderd en ‘klagers’ e-mail geblokkeerd. De ‘beklaagde’ heeft ‘klager’ een bericht verzonden waarin staat dat ‘klager’ binnen een termijn van 2,5 week een uitslag, een uitgewerkte intake en een behandelplan gesprek zou kunnen verwachten. ‘Klager’ stelt dat ‘klager’ alleen al 7 dagen bezig is geweest met het maken van een afspraak voor het bloedprikken en door deze vertraging niet binnen 2,5 week een uitslag, uitgewerkte intake en een behandelplan heeft gekregen. ‘Klager’ verwijt dat de ‘beklaagde’. Tot slot geeft ‘klager’ aan dat ‘beklaagde’ voor terugbetaling van de factuur d.d. 10 juni 2024 zou zorgdragen, maar dat is niet gebeurd. ‘Klager’ heeft voor de behandeling en het lidmaatschap een totaalbedrag van € 337,- betaald incl. btw. Dat geld wil ze terug ontvangen, vermeerderd met rente.
Verweer therapeut
‘Beklaagde’ heeft stappen in gang gezet: intakeformulier invullen, een factuur opmaken en de gegevens doorgegeven om een afspraak te maken bij een prikpunt. ‘Beklaagde’ geeft aan dat ‘klager’ erg veel mailde, appte en belde en ‘’eiste’’ iedere dag contact. ‘Beklaagde’ stelt melding te hebben gemaakt bij het prikpunt om alles versneld in gang te zetten. Het prikpunt was op vakantie waardoor er later gereageerd werd. Dat viel verkeerd bij ‘klager’ en ‘beklaagde’ werd hierop onfatsoenlijk aangesproken door ‘klager’, geeft ‘beklaagde’ aan. ‘Beklaagde’ stelt dat het standpunt omtrent de moeilijke communicatie niet klopt. ‘Beklaagde’ communiceert niet via Facebook maar alleen via de website, mail, whatsapp en telefonisch. ‘Klager’ besloot zich terug te trekken en wilde de test annuleren, geeft ‘beklaagde’ aan. Ondanks dat ‘beklaagde’ al werkzaamheden had verricht, heeft ‘beklaagde’ aangegeven aan ‘klager’ dat ‘klager’ diens geld terugkrijgt nadat ‘beklaagde’ diens bloedset kit heeft ontvangen. In de tussentijd heeft ‘klager’ nare berichten over ‘beklaagde’ op social media gepost, stelt ‘beklaagde’. Dit heeft ‘beklaagde’ gelaten voor wat het is. Ook is ‘klager’ volgens ‘beklaagde’ achter het privénummer van ‘beklaagde’ gekomen en heeft haar daarop herhaaldelijk lastiggevallen. ‘Beklaagde’ heeft aan ‘klager’ gecommuniceerd dat de terugbetaling in gang zou worden gezet, zodra ‘beklaagde’ het setje terugkreeg. Twee dagen later heeft ‘klager’ een klacht ingediend. ‘Beklaagde’ heeft ‘klager’ geblokkeerd en is gestopt met communiceren. Vermoedelijk was ‘klager’ hier boos over. ‘Beklaagde’ geeft aan niets met deze klacht te kunnen. ‘Beklaagde’ geeft aan ‘klager’ zeer nare en onprofessionele uitspraken heeft gedaan in diens klacht die nergens op slaan. ‘Beklaagde’ geeft aan dat ‘beklaagde’ niet weet wat ‘klager’ precies wil. ‘Beklaagde’ is bereid het verzochte bedrag aan ‘klager’ te betalen.
Bemiddeling met ambtelijk secretaris
Wegens het feit dat ‘beklaagde’ direct heeft aangegeven dat zij ‘klager’ wil terugbetalen, heeft de commissie bemiddeld om te bezien of de klacht zou kunnen worden afgedaan middels een oplossing in der minne. De schikking zal dan formeel worden vastgelegd in een uitspraak van de geschillencommissie. ‘Beklaagde’ heeft in dat kader aangegeven bereid te zijn het totaalbedrag van € 337,- inclusief BTW terug te betalen. De betreffende factuur zal dan worden gecrediteerd. ‘Klager’ heeft hierop laten weten dat ‘klager’ akkoord gaat indien ‘klager’ de hoofdsom van € 337.50 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2024 terugbetaald krijgt. De ambtelijk secretaris heeft geconstateerd dat de hoofdsom € 337,- betreft en heeft op 29 oktober 2024 aan ‘beklaagde’ voorgelegd dat de klacht kan worden opgelost indien ‘beklaagde de hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente, per ommegaande terugbetaalt aan ‘klager’. Dit betreft een totaalbedrag van € 344,80 incl. wettelijke rente tot en met 29 oktober 2024. Dit is geaccepteerd. Nu het ontvangst van de betaling door ‘klaagster’ aan de commissie is bevestigd is daarmee aan alle voorwaarden voldaan.
De beslissing
De commissie beslist aldus dat ‘beklaagde’ – een en ander conform het in de bemiddeling geaccepteerde – gehouden is een bedrag van € 344,80 incl. wettelijke rente tot en met 29 oktober 2024 aan ‘klager’ te betalen. Tevens stelt de commissie dat aan die betalingsverplichting is voldaan blijkens schriftelijke mededeling van ‘klaagster’ en dat de klacht derhalve hiermee is afgedaan. Kosten: Partijen dragen hun eigen kosten.
Aldus beslist te Eindhoven, op: 2 december 2024
Door:
De heer Mr. M.C.J. de Schepper (commissie voorzitter)
Deze uitspraak betreft een bindend advies. Hoger beroep tegen de uitspraak behoort niet tot de mogelijkheden. Klager en/of de beklaagde kan er wel voor kiezen deze uitspraak aan de civiele rechter voor te leggen.