Selecteer een pagina

Analyse van de GAT betreffende dit dossier:

– Een alternatieve therapeut kan worden aangesproken op uitlatingen op sociale media
– Niet iedereen kan een klacht over een alternatieve therapeut indienen

Algemeen

Betreffende: ‘Klager’ – ‘Beklaagde’
Dossiernummer: GD0039-2025
Datum uitspraak: 21 mei 2025

Het dossier bevat de volgende stukken:

– Klachtenformulier
– Verweer ‘beklaagde’
– Laatste reactie ‘klager’
– Laatste reactie ‘beklaagde’

Klacht

De schriftelijke klacht van de klager is als volgt samen te vatten:

De betreffende CAT-therapeut heeft zich op Facebook uitgelaten over ADHD-medicatie op een manier die reguliere zorg in diskrediet brengt en mensen kan ontmoedigen om gebruik te maken van voorgeschreven behandelingen. ‘Beklaagde’ beweert dat ADHD-medicatie op de lange termijn niet werkt, dat ADHD geen medische oorzaak heeft en dat psychiaters en huisartsen deze medicatie ten onrechte voorschrijven. Dit druist in tegen de GAT-beroepscode, waarin staat dat therapeuten geen medische zorg mogen ontmoedigen en zich niet mogen uitlaten over medicatie. ‘Klager’ vindt dat beklaagde terechtgewezen moet worden over de manier waarop beklaagde op social media communiceert over reguliere zorg.

Verweer ‘beklaagde’

Het schriftelijke verweer van de ‘beklaagde’ valt als volgt samen te vatten:

‘Beklaagde’ geeft aan dat ‘beklaagde’ in diens Facebook bericht heeft verwezen naar passages uit een boek. Tevens geeft ‘beklaagde’ aan dat het ‘beklaagdes’ doel is om mensen bewust te maken van het gebruik van medicatie. Beklaagde voert aan dat ‘beklaagde’ nergens heeft aangegeven dat mensen geen gebruik moeten maken van medicatie bij ADHD. Tot slot benadrukt ‘beklaagde’ dat ‘beklaagdes’ uitspraken gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek.

Ontvankelijkheid

Voordat inhoudelijk over een klacht kan worden geoordeeld, moet de Commissie eerst beoordelen of een zaak al dan niet ontvankelijk is.

De uitspraak

In artikel 10 van het tuchtreglement staat vermeld wanneer een klacht in behandeling kan worden gehouden. Onder andere is daarin bepaald wie een klacht kan indienen. Daarbij wordt verwezen naar hetgeen bepaald in artikel 9. De commissie heeft de klacht getoetst aan het tuchtreglement en dan meer specifiek aan deze bepalingen. Op basis daarvan moet de commissie tot de conclusie komen dat de klager conform het reglement niet bevoegd is om een klacht in te dienen. Dit leidt op basis van het tuchtreglement tot niet-ontvankelijkheid. De commissie kan de klacht aldus niet inhoudelijk in behandeling nemen.

Aldus beslist te Eindhoven, op: 21 mei 2025

Door:
De heer Mr. M.C.J. de Schepper (commissie voorzitter)

Deze uitspraak betreft een bindend advies. Hoger beroep tegen de uitspraak behoort niet tot de mogelijkheden. Klager en/of de beklaagde kan er wel voor kiezen deze uitspraak aan de civiele rechter voor te leggen.

Vaardigheden

Gepubliceerd op

mei 28, 2025