Selecteer een pagina

GESCHILLENINSTANTIE

Stichting Deskundigheidsbevordering
en Ondersteuning Kwaliteitsbeleid Huisartsenpraktijken (DOKh) Noordwest-Nederland

Robijnstraat 6
1812 RB ALKMAAR

Klachtnummer: 2019/G012

BESLISSING

inzake:

mevrouw [naam] en de heer [naam],
wonende te [plaats],
hierna te noemen: klagers,

tegen

mevrouw [naam]
als arts werkzaam voor [naam organisatie],
gevestigd te [plaats],
hierna te noemen: beklaagde.

Ontstaan en loop van het geschil
Klagers hebben zich bij e-mailbericht van 23 november 2018 (met bijlagen) gewend tot de Geschilleninstantie, met het verzoek een geschil tegen beklaagde in behandeling te nemen.
Hierbij is naar voren gebracht dat klagers bij de [naam organisatie] een klacht hebben ingediend tegen beklaagde. Zij was de arts van hun inmiddels overleden zoon [naam].
Voorts hebben klagers aangegeven dat de [naam organisatie] aan hen heeft laten weten dat zij met hun klacht bij de Geschilleninstantie moeten zijn.

Beoordeling ontvankelijkheid van dit geschil
Op basis van artikel 21, lid 1 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), kan een geschil met een zorgaanbieder schriftelijk ter beslechting aan de Geschilleninstantie worden voorgelegd door een cliënt of een nabestaande, indien:
A. is gehandeld in strijd met paragraaf 1 van de wet,
B. de mededeling, bedoeld in artikel 17, eerste lid, diens klacht naar zijn oordeel in onvoldoende mate wegneemt,
C. van hem in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij onder de gegeven omstandigheden zijn klacht over een hem betreffende gedraging van de zorgaanbieder in het kader van de zorgverlening bij de zorgaanbieder indient.

Ingevolge artikel 1, onderdeel 1, van de Wkkgz wordt onder “zorgaanbieder” verstaan: een instelling dan wel een solistisch werkende zorgverlener.

Ingevolge artikel 1, onderdeel 1, van de Wkkgz wordt onder “instelling” verstaan: een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg verleent (..)

Ingevolge artikel 1, onderdeel 1, van de Wkkgz wordt onder “solistisch werkende zorgverlener” verstaan: een zorgverlener die, anders dan in dienst of onmiddellijk of middellijk in opdracht van een instelling beroepsmatig zorg verleent.

Oordeel over de ontvankelijkheid van dit geschil
De voorzitter van de Geschilleninstantie overweegt dat aangeklaagde in dienst van de [naam organisatie] dan wel in opdracht van de [naam organisatie] beroepsmatig zorg heeft verleend aan [naam], de zoon van klagers. Aangeklaagde kan daarom niet worden gezien als een solistisch werkende zorgverlener.
Dit betekent dat de zorgaanbieder in het kader van de Wkkgz de – als instelling aan te merken – [naam organisatie] is, en niet aangeklaagde als natuurlijk persoon. Dit heeft als gevolg dat grieven die betrekking hebben op handelen of nalaten van aangeklaagde in het kader van haar werkzaamheden voor de [naam organisatie], geacht worden te zijn gericht tegen de [naam organisatie].
Dit geschil dient dan ook behandeld te worden door de Geschilleninstantie waar de [naam organisatie] is aangesloten. De [naam organisatie] is niet bij de Geschilleninstantie van DOKh aangesloten.

Op basis van het voorgaande acht de voorzitter van de Geschilleninstantie, mede gelet op artikel 5, lid 5, van het Reglement geschilleninstantie DOKh, het geschil kennelijk niet-ontvankelijk.
Klagers dienen hun geschil met de [naam organisatie] in te dienen bij de Geschilleninstantie waarbij de [naam organisatie] is aangesloten.

Beslissing
De voorzitter van de Geschilleninstantie verklaart het geschil kennelijk niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door de voorzitter van de Geschilleninstantie, de heer mr. M.M. van Weely op 31 januari 2019.

Handtekening voorzitter

Vaardigheden

Gepubliceerd op

januari 31, 2019